Niet iedereen heeft een gelukkige jeugd. Soms zijn je ouders er niet wanneer je opgroeit. Met een beetje pech kom je dan bij een hele vervelende stiefoom terecht, die eigenlijk helemaal niet voor je wilt zorgen, maar dat wel doet uit verplichting. Pim zit in dat schuitje, want zijn stiefoom Stef vindt hem maar een vervelend mannetje. Het enige wat Pim mag, is werken en dat begint met pinda's pellen. Heel veel pinda's pellen.

Maar Pim wil wel eens iets anders dan pinda's pellen. Hij wil ook wel eens spelen, want dat doen alle kinderen op zijn leeftijd. Maandag is de enige dag van de week dat hij even van zijn stiefoom kan ontsnappen. Dan moet Pim namelijk naar de stad om nieuwe pinda's te halen. Onderweg naar de stad komt hij altijd langs de sloop. Daar heeft hij niks te zoeken volgens Stef, maar Pim vindt het wel interessant. Hij vraagt aan de man van de sloop of hij spullen mee mag nemen om mee te spelen. Dat is geen enkel probleem.

Met de spullen die Pim meeneemt, smeed hij een plannetje. Hij besluit zijn stiefoom te grazen te nemen voor al het werk dat hij heeft moeten verzetten. Hij gaat met de spullen van de sloop aan de slag en bouwt iets waar stiefoom Stef geen antwoord op heeft...of wel?

Pim en het Pinda-kanon is een middenbouwboek vol humor en prachtige, kleurrijke tekeningen. Het is een boek voor beginnende lezers met korte zinnen die aangevuld worden door bladzijdes die echt tot de verbeelding spreken.