Vissen is een bijzondere hobby. Ik heb namelijk het idee dat het alles of niets is. Mensen vinden het geweldig, of ze vinden het verschrikkelijk. Het vissen zelf is ook vaak alles of niets. Of je hebt een prachtige dag waarin je de mooiste exemplaren hebt gevangen, of je hebt uren aan de kant gezeten zonder dat er een keer een vis heeft gebeten. Cabaretier Hans Sibbel vertelt over zijn liefde voor vissen.

Dit doet de cabaretier op kenmerkende wijze. Wie een beetje bekend is met zijn shows, kent de humor van de geboren Amsterdammer. Het avontuur begint wanneer hij klein is. Van zijn vader krijgt hij een peperdure hengel om te gaan vissen, maar door een ongelukje is deze hengel geen lang leven beschoren. Met een leugentje om bestwil regelt hij een nieuwe hengel en gaat hij op zoek naar een monster dat in de sloot bij de begraafplaats zwemt. Gaat het hem lukken om deze te vangen?

Wat volgt is een soort autobiografie waarin het hele visleven van de schrijver uit de doeken wordt gedaan. Dit doet hij met korte, rake zinnen, die je echt laten meeleven met de herinnering. Het is een heerlijk boekje dat snel leest en je als niet-visser wellicht zelfs enthousiast gaat krijgen om meteen naar de lokale hengelspecialist te fietsen. Bovenal is het echter een boek dat helemaal op het lijf van jonge vissers geschreven is. Wanneer je een visfanaat in de klas hebt, is dit hét boek wat je hem of haar moet laten lezen. Soms heb je van die boeken die echt voor één kind in je groep geschreven is en dit is er zo eentje. Het avontuur is meeslepend, snel en duidelijk. Ga dus snel op zoek welke lezer je er in jouw groep mee aan de haak gaat slaan!