Dromen beginnen ergens. Vaak beginnen ze bij een fantasie, een gedachte of een ervaring. Maar als je echt wilt leven moet je altijd je dromen najagen. Het lastige aan dromen is dat je altijd heel veel moet doen om ze te kunnen bereiken. Want een droom die je dagelijks kan aanraken, is geen droom. En het mooie is dat daar de meeste verhalen door ontstaan. Het najagen van een droom, die op het eerste oog onmogelijk lijkt. Maar hoe onmogelijk zijn dromen eigenlijk?
Onze lange reis met het hoofd in de koffer gaat over Kee, Matje en Puf. Zij werken op een kermis, maar worden onheus bejegend door de beheerder van de kermis: Bonker. Matje en Puf zijn zusjes en hun ouders zijn bij een tragisch treinongeluk om het leven gekomen. Bonker heeft ze onderdak gegeven, maar een andere vrouw op de kermis (Tante Fien) zorgt voor hen. Kee en Matje hebben ook een aapje Toets die voor de grootste onrust zorgt.
Voor de dood van hun ouders had de moeder van Matje en Kee een potje met geld gespaard om ooit naar Amerika af te reizen en daar een mooi bestaan op te richten. Dit geld is afgepakt door Bonker, omdat de kinderen dat nu niet meer "nodig" hadden. Matje is daar nog steeds woest over en kan steeds haar mond niet houden tegen oud-bokser Bonker. Op een dag sluit er een vreemde Amerikaan zich aan bij het kermis.
Al snel blijkt dat niet iedereen heel blij is met de komst van die Amerikaanse "Mister Henry." Als op een mysterieuze manier de tent van Mister Henry in de brand vliegt en Matje hier de schuld van krijgt, besluit Matje te vluchten met Kee, Puf en Toets. De vraag is: komt Matje weg met de brand (die ze niet gesticht lijkt te hebben), of krijgen ze haar toch te pakken? En waar moeten ze in hemelsnaam heen?
Onze lange reis met het hoofd in de koffer vertelt het waanzinnige verhaal van deze drie helden. Onderweg maken ze de grootste dingen mee en wat tof is, is dat Marlène Rebel en Lucinda Vos ontzettend veel verwijzingen maken naar het leven in het begin van de 20e eeuw. De trekschuit, de nieuwe trein, de Zuiderzee en nog veel meer verwijzingen naar deze moeilijke en nieuwe tijd komen aan de orde in dit boek.
Het mooie aan dit avontuur is dat er naast allerlei historische aspecten ook nog een heel ingenieus verhaal ontstaat. Vanaf het begin zijn er vele vragen over de personages en er zijn veel punten waaruit er geen weg meer vooruit lijkt te zijn. Toch vinden Rebel en Vos die continu. De apotheose op het eind maakt het verhaal af (daar zullen we natuurlijk niets over vertellen). Gedurende de weg lijken de karakters zich te vormen en de geheimen worden onthuld. De vraag is natuurlijk brandend (waar ik natuurlijk geen woord over rep in dit stukje): Wiens hoofd zit er in hemelsnaam in die koffer?
Dit boek raden wij aan voor...
... lezers die houden van spannende avonturenboeken
... lezers die het heerlijk vinden om weg te dromen in een andere tijd
... lezers die ook altijd hoofden in koffers vervoeren (wij hopen stiekem dat dat er niet zoveel zullen zijn)
Samenvatting/Omslag
Iedereen op de kermis kijkt raar op als er na een hagelbui opeens een grote, zwarte tent tussen de kramen wordt opgezet. De jonge poppenspeelster Matje is razend nieuwsgierig naar de Engelssprekende nieuwkomers. Zouden deze mensen haar iets kunnen vertellen over Amerika, het land van haar dromen? Wat ze niet weet is dat de komst van de nieuwe kermisreizigers haar leven overhoop zal gooien. Na een vernietigende brand slaat Matje met haar zusje Kee, vriend Puf en aapje Toets op de vlucht. Ze slepen een koffer met wonderlijke spullen mee. Lukt het de kinderen om Amerika te bereiken en zo hun droom te verwezenlijken?
Comentarios