Als Leesdetectives nemen wij de brochures van uitgeverijen door. Op basis daarvan doen wij aanvragen van boeken waar wij meteen al geïnteresseerd in zijn. Dat zijn voor Yannick en ondergetekende doorgaans hele andere boeken, hoewel er soms wel sprake is van overlapping. Sommige boeken kunnen ons niet meteen bekoren. Zo nu en dan is er dan toch een proactieve uitgever die benadrukt dat we een bepaald boek echt niet over het hoofd mogen zien. Dit was het geval bij Het Dagboek van de Grote Boze Wolf. Ik moet zeggen dat ik daar niet meteen verkocht van was...
In eerste instantie vond ik de grapjes van de wolf namelijk flauw, makkelijk en een tikkeltje voorspelbaar. Na een bladzijde of 20 heb ik het boek dan ook weggelegd om het de daaropvolgende dag toch weer eens op te pakken. Soms wordt doorzetten immers beloond. Hierdoor belandde ik uiteindelijk in een avontuur dat in een ruk werd uitgelezen. Ja, de wolf komt regelmatig nog bijzonder flauw uit de hoek, maar in het geheel is dit niet meer zo storend als in het begin.
Waar gaat dit boek nu eigenlijk over? De Grote Boze Wolf woont in het Sprookjesbos. Alleen, omdat hij de roedel wolven heeft verlaten. Deze blijken hem gedag te hebben gezegd nadat hij nooit eens iets wist te vangen. Wanneer de hoofdpersoon van het verhaal bij de jaarlijkse barbecue van de roedel aanschuift, wordt hem dan ook de deur gewezen.
Zo heeft de wolf vooral veel honger en weinig energie om op eten te jagen. Het is een beetje een sneu verhaal. Dan besluit hij om Roodkapje op te eten en als dat niet lukt de drie biggetjes. Hij faalt hier, volledig in lijn met het eerdere verhaal, wanhopig in. Hoe kan deze wolf zichzelf nog serieus nemen? En hoe moet hij overleven zonder fatsoenlijk voedsel?
De Grote Boze Wolf houdt dit allemaal bij in een dagboek. Hier is hij heel adrem in. Soms vertelt hij dat hij geen zin heeft om een dag te schrijven, om vervolgens de volgende dag wel heel zijn verhaal te doen. Door de dagboekvorm waarin dit boek is geschreven, krijg je echt een kijkje in het hoofd van iemand die wanhopig faalt en zich vastklampt aan elke sprankje hoop dat voorbij komt.
Uiteindelijk kon het verhaal mij dus wél bekoren en werpt de proactieve houding van deze uitgeverij zijn vruchten af. Onderschat de taal in dit boek niet, want de zelfreflectie wordt geschreven is soms best moeilijke woorden. De dikte van het boek wordt dan weer snel overschat, omdat er ook veel pagina's zijn met een illustratie of wel heel weinig tekst.
Al met al is Het Dagboek van De Grote Boze Wolf een welkome aanvulling vanaf groep 5. Verwacht niet echt een andere kijk op het eeuwenoude sprookje van Roodkapje, maar een verhaal in dagboekvorm dat een dikke knipoog geeft naar dat waar de Gebroeders Grimm ooit aan begonnen.
Ik raad dit boek aan voor...
...kinderen die houden van sprookjes.
...kinderen die houden van humoristische verhalen.
...iedereen die wil ontdekken dat een dagboek bijhouden best helpend kan zijn!
Leesdetectives Biebmonsters
Voor uitleg over de biebmonsters klik hier!
Elven, dwergen, tovenaars en heksen… ik kan er geen genoeg van krijgen! Ik houd van magie en zou het liefst zelf willen toveren. Zolang ik dat niet kan, lees ik maar boeken over magie. Lekker wegdromen bij zo’n boek vind ik heerlijk. Sprookjes en fabels vind ik ook leuk!
Samenvatting/Omslag
Roodkapje met een briljante twist!
De Grote Boze Wolf heeft een verschrikkelijke winter gehad. Het was koud, eenzaam en hij is compleet uitgehongerd. Maar daar komt verandering in, want de lente breekt aan en hij is vastberaden om aan iedereen te laten merken hoe Groot en Boos hij is. Jammer alleen dat alle anderen in het Sprookjesbos hem niet serieus nemen. Niemand is bang voor hem en ze nemen hem allemaal in de maling; de heks, trol, de drie biggetjes en die irritante Roodkapje nog het meest! Ondanks al zijn sluwheid en charme verloopt de lente nog rampzaliger dan de winter. Zelfs Roodkapjes oma is hem nog te slim af! Hoe kan hij zijn enorme honger in hemelsnaam stillen?
Het dagboek van de Grote Boze Wolf is een hilarisch boek vol sprookjesachtig avontuur voor het hele gezin, geestig geïllustreerd door Elisa Paganelli. Je kijk op dit sprookje, de hoofdpersonen én vegetarisch eten verandert voorgoed! Geschikt voor kinderen vanaf 8 jaar die dol zijn op sprookjes én onbedaarlijke lachbuien. Scherp vertaald door Tosca Menten.
Comments